Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 44

Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (2)

Tante Modesta


for bigger picture click on this photo

(Foto: Richard Weil)

Chiapas, Zuid-Mexico.

Modesta, een jonge Indiaanse vrouw, zit op heuveltje langs de kant van de weg te wachten. Eindelijk ziet ze een troep mannen aankomen, zo'n vijftig Indianen, zwijgend, somber, met grote pakken op hun rug. Voorop gaat een man op een paard, een blanke. Achterop en aan beide zijkanten rijden ook drie mannen op een paard. Het zijn mestiezen.

Opeens maken twee kleine kinderen zich los uit de groep en rennen naar de vrouw toe: “Tante Modesta, tante Modesta”, roepen ze verheugd. Tranen springen Modesta in de ogen. Ze is zo blij de kinderen te zien, maar tegelijkertijd zo bedroefd als zij eraan denkt wat hen te wachten staat. Ze omhelst de kinderen, neemt haar pak op en loopt naar Candido, de vader van de kinderen. Deze is helemaal verdwaasd, omdat hij niet kan geloven dat zijn jongere zuster opeens voor hem staat. Pas als de kinderen hem aan zijn hand trekken en blijven roepen en springen dat hun tante gekomen is, begroet hij haar. “Pedrito en Angelito”, roept hij de kinderen toe, “doe de pakken op je rug en loop mee. Straks krijgen we nog zweepslagen van die mannen op de paarden!”


for bigger picture click on this photo

(Foto: Monkey Sidekick)

Chiapas, Zuid-Mexico.

Als ze 's avonds in een geïmproviseerd kamp bij een vuurtje zitten, legt Modesta uit hoe het gegaan is. Gisteren had ze van haar mevrouw in de stad, waar ze voor werkt, eindelijk verlof gekregen naar huis te gaan. Toen ze in het dorpje aankwam, vertelde de buren dat haar broer mee moest naar een monteria, een oerwoudkamp, om er mahoniebomen te kappen. Toen zijn vrouw ernstig ziek was, had hij een lening gesloten voor een operatie. Nog voor de operatie was zijn vrouw overleden, maar hij zat toch vast aan de lening, die hij moest aflossen door een paar jaar in het oerwoud te werken. Modesta had zich geen moment bedacht, maar vlug wat spullen bij elkaar gezocht en was met een pak op haar rug naar de weg gegaan waar de troep oerwoudwerkers voorbij zou komen.

“Zusje”, begint Candido zachtjes, “natuurlijk ben ik blij je te zien en Pedrito en Angelito ook, maar een monteria is de hel, het is geen plek voor jonge vrouwen, zoals jij. Ga terug naar je mevrouw in de stad, over een paar jaar zijn we weer vrij, dan zien we elkaar weer.” Modesta antwoordt niet. Toen hun ouders gestorven waren en zij nog erg jong was, had haar oudere broer Candido als een vader en moeder tegelijk voor haar gezorgd. Nu zal zij voor hem en zijn twee engeltjes zorgen. Ze is heus niet de enige vrouw die mee gaat naar het kamp. Ze is vastbesloten, ze zal haar broer en de twee kinderen, zo goed en zo kwaad als het gaat, bijstaan. Zwijgend staren Modesta en Candido in het vuur.

_______________________

Bron
Het boek Modesta (of De Opstand der Gehangenen, deel 5 van de Caoba- of Mahonie-cyclus, 1936) van de Duitse schrijver Ben Traven brengt het harde leven van de Indiaanse oerwoudwerkers in beeld, hun ontberingen, hun solidariteit en hun verzet.



Ga naar:
= deel 1: Gestrikt voor het oerwoudkamp - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (1), verhaal 43.
= deel 3, de volgende pagina:
Het oordeel van Modesta - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (3), verhaal 45.
= deel 4: Machinegeweer - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (4), verhaal 46.
= deel 5: Vredig zonnetje - Chiapas, Zuid-Mexico – rond 1910 (5), verhaal 47.
= de Inhoudsopgave, verhaal 44.