Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 100

Een dorpje in Senegal – 1942

De nachtmerrie van Efock


for bigger picture click on this photo

(Foto: John Atherton)

Senegal.

In het dorpje Efock slapen de mensen niet goed. Ze hebben last van nachtmerries. Telkens weer schreeuwen ze in hun slaap. Telkens weer zien ze hoe de witte man met de tropenhelm zijn hand naar beneden slaat en “Vuur!” roept. Telkens weer zien ze de mannen vallen.

Vorig jaar kreeg het dorpje Efock bericht dat het de hele rijstoogst aan de Fransen moest overgedragen. Alles. Iedereen was verontwaardigd. De vrouwen verstopten de rijst. De dorpsoudsten overlegden en brachten een offer aan de dorpsgod Emitaï. Dan omsingelt een groep Afrikaanse soldaten onder leiding van een blanke, Franse commandant het dorp. De mannen van het dorp vallen de soldaten aan met speren en pijl en boog, maar ze zijn niet opgewassen tegen de soldaten, omdat die geweren hebben.
De soldaten drijven alle vrouwen naar het dorpsplein. Daar moeten ze in de brandende zon zitten, totdat ze de rijst overhandigen. Maar dat doen ze niet. Ze zitten daar maar met hun kleine kinderen, een enkele met een baby. Soms zingen ze samen. Twee jongens van een jaar of acht brengen hen wat water in grote kalebassen. Dat mag van de witte man. Het wordt avond en het wordt nacht, maar de vrouwen geven hun rijst niet af. Daarom moeten ze blijven zitten.
De dorpsoudsten van Efock overleggen opnieuw, brengen een groter offer en smeken Emitaï hun vijanden weg te vagen.


for bigger picture click on this photo

(Foto: ManuB)

Senegal.

De volgende ochtend is de Franse commandant ten einde raad. “Alle dorpen hebben de rijst gegeven” laat hij vertalen, “alleen jullie niet.” Hij geeft zijn soldaten de opdracht te schieten op alles wat beweegt. Als de twee jongens opnieuw aan komen lopen met water, schiet een soldaat een van hen dood. Joelend komen de vrouwen overeind. Ze trekken zich niets meer aan van het gebod te blijven zitten, brengen de dode jongen naar de begraafplaats en beginnen daar te zingen en te dansen.

De dorpsoudsten besluiten de rijst nu te overhandigen, om het conflict niet verder te laten escaleren. Maar de commandant is zo kwaad dat de vrouwen zijn bevel niet respecteerden dat hij de mannen op een rij laat zetten. Tot hun verbijstering zien de vrouwen dat de witte man met de tropenhelm zijn hand naar beneden slaat en “Vuur!” roept. Er klinken wat knetterende schoten en dan vallen de mannen, een voor een. Veertien. Ze zijn allemaal dood. Dat is de nachtmerrie van Efock. De nachtmerrie die telkens weer terugkeert, die nooit meer verdwijnt.

_______________________

Bron
De film Emitaï (1971) van de Senegalese regisseur Ousmane Sembène geeft een beeld van een Afrikaans dorpje in de koloniale tijd.



Ga naar:
= de volgende pagina: Spijt - een dorpje in Belarus – 1943, verhaal 101.
= de Inhoudsopgave, verhaal 100.