Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 9

Een bos in Rijnland-Palts, Duitsland – rond 1630

Simplicissimus


for bigger picture click on this photo

(Foto: Péter Molnár)

Rijnland-Palts.

Beste lezer, ik ben van allereenvoudigste afkomst. Maar, zoals je ziet, heb ik toch leren schrijven. Ik zal je vertellen hoe dat zo gekomen is. Als kind woonde ik op een kleine boerderij midden in het bos. Mijn taak was de schapen te hoeden. Op een dag doken er een heleboel monsters op uit het bos. Het waren half stieren, half mensen. De stieren hadden geen horens, maar de mensen hadden allemaal ijzer op hun lijf. Later heb ik begrepen dat het soldaten op hun paarden waren, maar ik had nog nooit eerder een paard gezien. De soldaten trokken naar onze boerderij, sloegen alles kort en klein, slachtten een heleboel dieren en vermoordden mijn vader, moeder, zus en onze meid. Mij lukte het het bos in te vluchten en me te verstoppen in een holle boom. Oh, wat een verschrikkelijke tijd was dat.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Mark van der Velden)

Rijnland-Palts.

Toen de soldaten eindelijk verder trokken, wist ik niet wat ik doen moest. Van onze boerderij was niks meer over. Ik trok door het bos en leefde van bessen, noten en paddenstoelen. Ik zwierf maar rond tot ik opeens een man liederen hoorde zingen, die ik niet kende. Vanachter een struik bespiedde ik hem. Wat zag hij er raar uit: een grote baard, zijn haren helemaal in de war, een kleed gemaakt van allemaal verschillende aan elkaar genaaide stukjes stof en leer. Maar uiteindelijk ben ik toch tevoorschijn gekomen, want ik had zo'n verschrikkelijke honger.
De man bleek een kluizenaar te zijn. Hij had een piepkleine hut met maar één ijzeren pan. Hij ving vis in een beekje, plukte in het bos wat bladeren om te eten en had een klein moestuintje met wat bonen en zo. Een bevriende pastoor uit een dorpje kilometers verderop bracht hem zo nu en dan wat zout.

De kluizenaar had medelijden met me. Hij was verbaasd dat ik zo weinig wist en noemde mij daarom Simplicissimus, wat de allereenvoudigste betekent, zoals hij mij uitlegde. Hij heeft me verhalen uit de bijbel verteld en gebeden geleerd. Toen hij merkte hoe leergierig ik was, heeft hij me later ook leren lezen en schrijven. Toen de kluizenaar na een paar jaar van ouderdom vredig stierf, ben ik verder getrokken, de wijde wereld in.

_______________________

Bron
De roman Der Abentheuerliche Simplicissimus Teutsch (geen Nederlandse vertaling; 1668) van de Duitse schrijver Hans von Grimmelshausen beschrijft het leven van een eenvoudige boerenjongen die later van het ene avontuur in het andere rolt.



Ga naar:
= de volgende pagina: De moed van de Ceddo - een dorp in Senegal – rond 1700, verhaal 10.
= de Inhoudsopgave, verhaal 9.