Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 127

Een dorp in West-Afrika – 1968

De geheime afspraak


for bigger picture click on this photo

(Foto: Carsten ten Brink)

West-Afrika.

Een spannende dorpsvergadering zou het worden! Alle dorpelingen uit Togobala en omstreken verheugden zich erop. Het was het saaie seizoen van Harmattan, de koude en droge winterwind, wanneer er niet veel te doen viel op het land.
De helft van de dorpelingen had zich verzameld bij Fama, de laatste telg uit het roemrijke vorstengeslacht van de Doumbaya's. Fama was kortgeleden teruggekeerd uit de hoofdstad, nadat het vorige stamhoofd overleden was. Aangezien Fama de laatste Doumbaya was, sprak het vanzelf dat hij stamhoofd zou worden.

De andere helft had zich verzameld bij de hutten van het dorpscomité. Sinds de onafhankelijkheid waren de stamhoofden afgeschaft. Dorpen werden nu bestuurd door dorpscomités van de socialistische partij. Dagenlang had de plaatselijke voorzitter Babou gefulmineerd tegen de 'contrarevolutionairen' en 'reactionairen'. Ze zouden die Fama eens flink de oren wassen en laten merken dat de oude tijden voorbij waren dat de vorst met de andere rijke boeren de dienst uitmaakte.
Bij Fama gaf Jan en Alleman driftig af op die onbehouwen slavenzonen, die hun plaats niet kenden en op de onafhankelijkheid en revolutie, die niks dan extra belastingen en brutale minachting voor de oude zeden gebracht hadden. Kortom, die bijeenkomst zou vuurwerk worden.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Guillaume Colin and Pauline Penot)

West-Afrika.

Op de afgesproken middag kwamen Babou en zijn aanhangers naar het huttencomplex van Fama, omdat dorpsvergaderingen van oudsher nu eenmaal bij de Doumbaya's werden gehouden. Tot ieders verbazing sprak Babou niets anders dan verzoenende woorden over de heldenmoed van Fama in de tijd van de kolonisatie en over de menselijkheid en zachtmoedigheid waartoe een waarachtig moslim verplicht is, enzovoort, enzovoort.
Later maakte hij gelukkig nog wat ferme toespelingen op contrarevolutionairen waarvoor geen plaats meer was in deze tijd, waarbij hij felle blikken in het publiek wierp, zodat er tenminste nog iets te beleven viel.

De vertegenwoordiger van de onderprefect, die helemaal uit de districtshoofdstad was gekomen, zat zich groen en geel te ergeren. "Wat was dit nou voor waardeloos dorpscomité", mopperde hij in zichzelf. Op gegeven moment werd het hem te machtig. “Het enige waar ik mee te maken heb zijn de regels en verder niets”, riep hij. “En de regels zijn dat die Fama hier op zijn knieën voor mij op de grond gaat zitten en op een opengeslagen koran trouw zweert aan de socialistische republiek en dat hij nooit en te nimmer noch in het openbaar noch privé zich negatief uit zal laten over het bestuur.”


for bigger picture click on this photo

(Foto: Hugues)

West-Afrika.

Diamourou, de dorpsverteller en welsprekende woordvoerder van Fama, sprong als door een horzel gestoken op en riep: “Dat is tegen de afspraak!”
Op de avond vlak voor de dorpsvergadering hadden de oude mannen van Togobala Fama en Babou in het diepste geheim bij zich geroepen op de begraafplaats. In het bijzijn van alle zielen van de voorouders vertelden zij hoeveel zorgen zij zich maakten dat het dorp uiteen zou vallen. Afgesproken werd dat Fama de traditionele functie van stamhoofd zou behouden en dat Babou voorzitter zou blijven van het dorpscomité. Fama zou dan lid worden van dit comité.

“Ons stamhoofd Fama wordt lid van het dorpscomité. Dat is het beste”, riep Diamourou tot stomme verbazing van de vertegenwoordiger van de onderprefect. Alle aanwezigen gingen op hun knieën op de grond zitten en gezamenlijk bad men het dankgebed. De vertegenwoordiger van de onderprefect wist niks beters te doen dan in te stemmen met de oplossing. De vergadering was ten einde.

_______________________

Bron
In zijn boek De Brandende Zon van de Onafhankelijkheid (1968), beschrijft de Ivoriaanse auteur Ahmadou Kourouma de ondergang van een West-Afrikaans stamhoofd. In enkele passages komt het leven van kleine boeren ter sprake. Kourouma schrijft uitermate levendig en neemt geen blad voor de mond.



Ga naar:
= de volgende pagina: Eerst een godin, nu een duivelin - District Gaomi, Provincie Shandong, China – 1970 (2), verhaal 128.
= de Inhoudsopgave, verhaal 127.