Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 78

Fontamara, een dorpje in de Abruzzen, Zuid-Italië – 1929 (2)

De omgekeerde landhervorming


for bigger picture click on this photo

(Foto: Marco Vangelisti)

Abruzzen.

De nieuwe regering was een ramp. Ze had de lonen van de landarbeiders per decreet met veertig procent verlaagd. Iedere maand kwam er wel een nieuwe belasting bij en de nieuwe fascistische burgemeesters eigenden zich alles toe wat los en vast zat.
De boeren van het dorpje Fontamara gebruikten sinds mensenheugenis het water van een beekje om hun velden te bevloeien en er maïs te verbouwen en groenten te kweken. Tot hun stomme verbazing en heftige verontwaardiging had de burgemeester van het nabijgelegen stadje gemeentearbeiders opdracht gegeven de loop van het beekje te verleggen, zodat het langs de velden ging stromen die hij juist voor een prikje opgekocht had van een grootgrondbezitter die dringend geld nodig had. Met karabijnen bewapende politieagenten beschermden de gemeentearbeiders.

Toch was er één pluspunt: de nieuwe regering zou binnenkort een volksvergadering beleggen in het stadje om te komen tot een herverdeling van de grond in de vlakte. Vroeger was daar een groot meer geweest, dat drooggelegd was. Een handige, grote zakenman met goede connecties met de toenmalige regering had zich de vruchtbare grond toe weten te eigenen en de arme boeren uit Fontamara visten achter het net. Ze konden als dagloners komen werken tegen een schamel loon.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Drdcuddy)

Abruzzen.

Berardo, een kleine boer, die zijn stukje land door ongelukkige samenloop van omstandigheden kwijt geraakt was, werd helemaal opgewonden, toen hij hoorde van de volksvergadering. De regering van de Duce zou eindelijk gerechtigheid brengen en arme, landloze boeren een lapje grond geven.
Op de dag van de volksvergadering werden een paar boeren die toevallig niet aan het werk waren in de vlakte, met een vrachtwagen opgehaald in Fontamara en naar het stadje gebracht. Op het stadsplein kregen ze een plaats toegewezen waar ze op the grond moesten gaan zitten. Ze kregen vervolgens te horen wanneer ze moesten juichen voor de notabelen, de gouverneur en de minister.

Wat waren de Fontamarese boeren teleurgesteld, toen de minister in zijn prachtige grote auto vertrok en de bijeenkomst opeens afgelopen bleek te zijn, zonder dat ze iets over de herverdeling van het land gehoord hadden. “En de grond”, schreeuwde Berardo tegen een paar politieagenten, “hoe zit het met de grond?” Met zijn allen trokken ze naar het stadhuis, waar een groot diner was voor de notabelen. Toen ze luidruchtig bleven aandringen, kwam er uiteindelijk een ambtenaar die hen uitlegde dat de minister besloten had de pachtprijs voor kleine pachters te verhogen en die voor grote pachters te verlagen, zodat de grond langzaam maar zeker in handen van grote boeren zou geraken. Die hadden meer mogelijkheden geld te lenen en nieuwe technieken toe te passen, zodat de grond meer op zou gaan leveren.
De Fontamarezen wisten niet wat ze hoorden. Zwijgend liepen ze terug naar hun dorp.

_______________________

Bron
Het boek Fontamara (1933) van de Italiaanse schrijver Ignazio Silone beschrijft nauwgezet de grote problemen van kleine en landloze boeren in de tijd van de Mussolini-fascisten.



Ga naar:
= deel 1:
Pastoor of ezel? - Fontamara, een dorpje in de Abruzzen, Zuid-Italië – 1928 (1) , verhaal 77.
= de volgende pagina:
De weg - een bergdorpje in Peru – rond 1930 (1), verhaal 79.
= de Inhoudsopgave, verhaal 78.