Peasant Autonomy
         Archive          
go to the previous page     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 120

Franse Alpen – 1960

'Eerst pakken ze je land af en dan je kinderen'


for bigger picture click on this photo

(Foto: Patrick Nouhailler)

Alpen.

“Eerst pakken ze je land af en dan je kinderen”, had haar vader geschreeuwd. Dat deed hij nooit, schreeuwen. Integendeel, hij hield van een grapje en dan gaf hij haar een knipoogje. Maar de fabriek was zijn 'vijand'. Toen hij hoorde dat zijn vrouw vond dat Régis, hun oudste zoon, het beste in de fabriek kon gaan werken, ontplofte hij.
Als enige had Odils vader geweigerd de boerderij met het bijbehorende land te verkopen. Nu waren ze helemaal omsingeld. Enorme hoogovens waren er gekomen, reusachtige hallen en slakkenbergen die maar hoger en hoger werden. Het bedrijf verdubbelde, verdrievoudigde zijn bod, maar de boerderij kreeg het niet. “Ik verkoop mijn erfgoed niet”, had vader gezegd.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Brigitte Djajasasmita)

Alpen.

Eens per jaar kwam er een ingenieur naar de dorpsschool en tekende wat bergen en een rivier op het bord. Hún bergen en hún rivier. Hij tekende de stuwdam en het stuwmeer en legde uit hoe er elektriciteit opgewekt werd, 'het witte goud'.
Slechts een paar jongens uit het dorp wilden werken in dit bedrijf, dus moest het een beroep doen op buitenlanders: Spanjaarden, Portugezen en wie maar wilde. Odil was er een keer gaan kijken en was bevriend geraakt met Stepan, een Russische jongen. Negentien was hij, iets ouder dan zij. “Duizend graden zijn de ovens”, had Stepan haar verteld. “Als je een oven moet leegmaken, moet je goed kijken waar je gaat staan. Eén stap dichterbij en je haar verschroeit, één stap naar achteren en de ijskoude wind van de bergen bevriest je.”
Ze hadden het goed samen.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Philippe Stanus)

Alpen.

Toen ze een keer op bezoek kwam, liepen de arbeiders die ze kende, haar met gebogen hoofd voorbij. Niemand wou iets zeggen, tot Giuliano kwam, een Italiaan. Hij vertelde haar dat Stepan omgekomen was. Odil wou hem zien. “Niente”, schreeuwde Giuliano met tranen in zijn ogen. Later begreep ze dat Stepan bedwelmd geraakt was door de giftige dampen en in het kokende metaal gevallen was. Er was helemaal niks van hem overgebleven. Nog geen schoenveter.

Odil was naar een stadje in de buurt verhuisd. Ze woonde er op een kamer en werkte in een metaalfabriekje, waar ze gaatjes stanste in kleine plaatjes voor op de achterkant van radio's, 1700 gaatjes op een dag. Geregeld ging ze het weekend naar huis, naar de boerderij. Haar vader was ondertussen overleden en haar moeder had de koeien weggedaan. Er waren nu alleen nog geiten en kippen. De bomen uit de boomgaard waren dood gegaan. De slakkenbergen waren hoger geworden. Odil hielp met jam koken en bonen inmaken uit de moestuin. Ze gaf de kippen eten en molk de geiten. Dan zag ze haar vader in haar gedachten. Hij knipoogde naar haar.

_______________________

Bron
In Ver Weg in Europa (deel 2 uit de trilogie De Vrucht van hun Arbeid – 1987) vertelt de Engelse schrijver John Berger een paar korte verhalen over het leven in een klein Frans bergdorpje in de zestiger jaren, waar hij zelf ook woonde.



Ga naar:
= de volgende pagina: De sluwe muhtar - Taurusgebergte, Turkije – rond 1960 (1), verhaal 121.
= de Inhoudsopgave, verhaal 120.