Peasant Autonomy
         Archive          
ga naar de vorige pagina     English     ga naar de volgende pagina
Verhaal 13

Een dorpje in Berry, Centraal-Frankrijk – rond 1792

Kleine Fadette grinnikt


for bigger picture click on this photo

(Foto: Charline Maignan)

Centraal-Frankrijk.

“Ik had ook eerder op weg moeten gaan”, bedenkt Landry, een flinke jonge boer. Het zweet breekt hem uit. Het water in het riviertje staat hoger dan hij gedacht heeft. Het is al donker. Hij weet niet goed waar hij over moet steken. Hij heeft het al geprobeerd, maar kwam tot aan zijn middel in het koude water. Het is al donker. Aan de overkant ziet hij licht van het huisje van oma Fadet. “Dat moet ik aanhouden”, zegt hij bij zichzelf.
Maar opeens is het lichtje achter hem, en dan weer links. Het lichtje danst op en neer, alsof het hem uitlacht. “Ik moet hier weg bij dat dwaallichtje, ik stap gewoon het water in, hier moet toch de doorwaadbare plek zijn.” Even later staat Landry tot aan zijn nek in het water, de stroom dreigt hem mee te sleuren. In paniek draait hij zich om, gaat even kopje onder, maar weet toch de oever te bereiken. Uitgeput laat hij zich op het gras vallen. Daar heb je het dwaallichtje weer …

Dan hoort Landry een meisjesstem zingen. Dat zal Kleine Fadette zijn, het meisje dat bij oma Fadet woont. Ze steekt juist het riviertje over en botst bijna tegen hem op. “Ik ben het maar”, zegt hij timide, “ik heb geen kwaad in de zin”. “Wat praat jij lief opeens”, antwoordt het meisje, “ik weet wel waarom, je bent doodsbang, dat hoor ik aan je stem. Zeker door dat dwaallichtje. Kom maar mee, held, ik breng je wel naar de overkant.”
Landry wil eigenlijk de hulp van Fadette afslaan, maar de hele nacht alleen blijven met het dwaallichtje, schrikt hem te veel af. Even later loopt hij met haar door het riviertje. Ze weet precies waar ze moet stappen en trekt hem aan zijn hand mee. Al gauw zijn ze aan de overkant.


for bigger picture click on this photo

(Foto: Duvalmickael50)

Centraal-Frankrijk.

De familie van Landry is rijk en die van Fadette arm. Ze leven al lang in onmin met elkaar. Maar nu heeft Fadette Landry uit de nood geholpen. Hij schaamt zich dat hij altijd zo uit de hoogte gedaan heeft tegen haar.
– “Fadette, ik wil je graag bedanken. Je mag vragen wat je wil en als het kan zal ik het je geven.”
– “Die geschenken van jou heb ik niet nodig, je ziet me toch niet staan.”
– “Ach, Fadette, toe nou ...”
– “Goed dan, een kado hoef ik niet, maar laten we afspreken dat je morgen, op het dorpsfeest, zeven keer met mij danst en met geen van de andere meisjes.”
– “Afgesproken”, antwoordt Landry opgelucht.

De volgende dag heeft het hele dorp het over Landry. “Moet je kijken: alsmaar danst hij met dat arme meisje uit zo'n slechte familie nog wel, en zijn vriendin Madelon, met wie hij bijna verloofd is, laat hij aan de kant staan.” Kleine Fadette moet er zachtjes om grinniken.

_______________________

Bron
De Franse schrijfster George Sand schreef de fraaie roman Kleine Fadette (1849) over liefde en onmin in een klein dorpje.



Ga naar:
= de volgende pagina: Landmeters - Haïti – rond 1835 (2), verhaal 14.
= de Inhoudsopgave, verhaal 13.